beschenen door vaal vuil strijklicht
van schamele restanten van ooit
een rijk verleden, want lichter, is de dichter
aan zijn wormstekig schrijfpalet gezwicht
de pen waarmee hij zijn verdenkingen
welbespraakt, maar uitgesproken nooit
krast in wan en waan, van dit vuig bestaan
is leger dan het vel der schrijvers krenkingen
murw gemept door alle beste wensen
zijn hemelse inspiratie ruw gerooid
gedrenkt in glühwein, hulst en vrede, vaag venijn
sprakeloos, om naïef besef in mensen
de dichter snikt, plengt een traan in kommer
wederom is een fraai gedicht verklooid
de pen ontvalt hem, zwaar, want het is waar
in alle goede wil, is het mensdom dommer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten