woensdag 24 april 2013

The bride of the ferryman

how can you love a man
who travels, but never arrives?

travelling, from shore to shore
but never upstream
it seems...

taking no prisoners, charging no fee
there is no cost
he just puts you across..

you cannot ask him
to drop his anchor, today
passengers never stay...

so downstream, he withers
leaving no trace, floating away
to another place...

he is heading for the falls
maybe for the open sea
who knows? not me...

he left me, on this shore
not even a glance in his eyes
he went, with the tides..

he will meet other brides
but you can never marry
the man from the ferry...

dinsdag 23 april 2013

49 days...

only seven weeks ago
it was the first day of spring
March the fifth
you made me kling...

they said, we were
a nice couple
melting together
more than double...

not wondering, why
and what made you stay
a lot can happen
in just 49 days...

maandag 22 april 2013

Famous final words...

when everything is
said and done
and spitefull regrets
are gone...

when we get across
our mutual deficit
and we realize
this was not it...

when we cramp and divide
what we called 'us'
and ask ourselves
the question of trust...

when we look
upon all this
it is hard to realize
that we were in bliss...

when we are over this
we will probably laugh
and feel, that we were
just in love...


zaterdag 20 april 2013

Als je gaat

zoals de zoete, zoete bries die jou bracht
verlaten bij kans, gebroken door je woorden
wat wist ik, van jou verlaten
als de avond sterft, op mijn drempel...

elke avond bid ik
voor het slapen
als je gaat
neem me mee...

Gekte



Gruizelende griezels
grootzinnig gedacht
grotesk grof gebracht...


Eertijds ellendig
eenvoudig eerzaam
enkel eloquente eigennaam...

Kundige kelen,
kwelen kwatrijn
kansels kapen kwijn...

Temende tongen
temmen tammen,
treinen tergen trammen...

Eeuwig etudes
extern enten
elders, ettelijke, excrementen...


Schrijn



Soms denk ik
wat is pijn?
kan het zijn?
of is het ik?

Collectief verward
de weg kwijt
diepe spijt
smart, in hart

Huilend, grienend
liederlijke loopneus
het is heus
verdriet, groot verdienend

Razend roekeloos
gekwetst verdicht
in donker licht
nergens troost

In pijn is liefde verdwaald
gekwetst geluk
stukker dan stuk
diep doorgehaald

Je vrezen groter
dan je vermogen
twijfel opgetogen
littekens, bloter

Na de pijn
blijf geloven
kom boven
dat verdrijft, de schrijn

Dank, aan de echte Belg...


Denkend aan Flanders, Vlaams
zie ik Brugge, d'en Antwerp, en Gent
aangenomen, dat u het kent
en anders, niets infaams

Aan dit lage land
ontworsteld aan klei, zand
dankt menig gewapend geschil
zijn band, het is schril

Nu verteerd, door
ijzervaarders onverveerd
in stukken gereten, door
brussels lof, niet geƫerd

Komt een tijd, vertrouw,
dat de Waal door Vlaanderen rijdt
en de Vlaming snijdt
het Waalse nauw...

woensdag 17 april 2013

Verslaafd aan jou

uitgaande van behoeften
stel ik niet veel eisen, weinig
dat ik nodig heb, wil
bezitten, geen afhankelijke zin...

maar mijn liefde voor jou
ontsluit een ander web
ik hou niet van jou, omdat
ik je nodig heb...

wat nodig is kan ik krijgen
zonder bezit reis ik licht
ben vrij niets te hebben
dus niets meer te verliezen...

maar ik kan niet leven zonder jou
want ik heb je nodig, omdat
ik van je hou...

donderdag 11 april 2013

Verlichting

aan diegenen waaraan het mysterie
van ware liefde is ontsluierd
is niet langer een aards leven beschoren.
zij bestaan niet meer, zij zijn
opgegaan in liefde...

zoals een brandende kaars
in het licht van de zon
zijn weerschijn en glans verliest
in het aangezicht, de verzenging
van die stormende fakkel...

die kaars bestaat niet meer
maar is geabsorbeerd, getransformeerd
in allesomvattend licht, geen teken
meer van leven, het leven zelf
is het teken, het licht

zaterdag 6 april 2013

Kluizenaar

hij heeft de wereld, wreed
zijn rug toegekeerd
zijn eenzaamheid en leed
is niet zelfverkozen...

deze wereld, die hem haar achterkant
liet zien, en mangelde
die verwoestte zijn laatste brug
en hem uiteindelijk heeft gebroken...

zijn verzet inmiddels opgegeven
tussen handen in onschuld
is zijn trots kapot gewreven
als een afgedankt stuk zeep...

ooit had hij een metgezel, zijn hart
zijn ziel, zijn alles, zijn wel en niet
maar zij vluchtte, in de nacht
voor zijn achterstallig verdriet...

hij staart in de verte
zijn ogen zijn leeg en ongericht
zijn tranen bevloeien
een ingevallen gezicht...

zijn hoop is stil, hij wacht
op het eenzaam einde, de rust
en de vergetelheid die hem
in slaap kust...

maandag 1 april 2013

Branding

innige verstrengeling in
het schurend zand op
onze lichamen, vochtige wrijving
blaren van slijmerige resten...

van die zilte kwal, uiteengereten
door oosterstorm, en ons spel
brandend in liefde...

brandend zand
en zout water...

blust niet, de branding...